De toegepaste plaatsingstechnieken zijn genageld, gelijmd-genagelde plaatsing, gelijmde plaatsing en zwevende plaatsing. We zullen enkel de 2 laatste technieken verder uitdiepen.
Gelijmde plaatsing
Voorbereiding
Voor gelijmde plaatsing is het van belang dat de ondergrond gaaf, vlak en proper is. En dat deze ook voldoende hechting mogelijk maakt. Gladde ondergronden kunnen eerst geschuurd worden omdat een te gladde ondergrond de goede hechting van de lijm voorkomt. Zorg er nadien voor dat de ondergrond goed gestofzuigd wordt.
Vooraleer met de plaatsing van het parket wordt begonnen, dient men ook de vlakheid van de vloer te bekijken. Indien deze niet voldoet, dient men te schuren of te egaliseren.
Lijm
Vraag steeds naar de gepaste parketlijm voor het type parket en het type ondergrond waarmee u werkt. Ook een aangepaste lijmspatel is noodzakelijk. Met de juiste lijmspatel zorgt u voor een juiste verdeling van de lijm. Goed om te weten is dat ruwe oppervlakken ook meer lijm vragen.
Lijm heeft ook steeds een open tijd. Dit is de tijd die beschikbaar is om de lijm te verbruiken. Dit verschilt van lijm tot lijm en van fabrikant tot fabrikant. Zorg er in dit opzicht voor dat de eerste 2 rijen parketdelen reeds voorbereid zijn, vooraleer men begint met het aanbrengen van de lijm.
Verlijmen
Zorg steeds voor een goede acclimatisatie van de lijm. De meeste lijmen zijn verwerkbaar rond 18°C, maar raadpleeg steeds de verpakking van de parketlijm.
Een omtrekvoeg van 5 tot 10mm is in de meeste gevallen te respecteren. Dit geldt niet alleen voor muren maar ook andere hindernissen zoals leidingen.
Zorg voor een goede ventilatie tijdens het plaatsen van het parket want de parketlijm kan onaangename dampen ontwikkelen. Lees ook steeds de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.
Bij gelijmde plaatsing brengt men enkel lijm aan op de ondergrond, waarna men de parketdelen erop plaatst en aanslaat met een slagblok. Het is dus niet nodig om het parket ook nog in de tand en groef te verlijmen.
Over het algemeen verdeelt men lijm over een oppervlakte die voldoende is voor 2 tot 5 stroken, afhankelijk van de grootte van de parketdelen.
Na het verlijmen dient men te wachten tot de lijm voldoende uitgehard is om vervolgens een eventuele afwerkingslaag op het parket aan te brengen.
Zwevende plaatsing
Voorbereiding
Ook bij zwevende plaatsing is het noodzakelijk dat de ondergrond vlak en proper is. Indien nodig kan nog een vochtscherm of een soepele onderlaag geplaatst worden. Een soepele onderlaag verlaagt de contactgeluiden tussen het parket en de ondergrond. Deze komt tegenwoordig in zeer veel verschillende diktes en heeft soms ook isolerende eigenschappen. Zowel onderlagen op rol als in de vorm van platen kan men tegenwoordig verkrijgen.
Zwevende plaatsing door verlijming in tand en groef
Met dispersielijm kan men de parket in de tand en groef aan elkaar vastlijmen. Echter heeft deze plaatsingstechniek toch een aantal belangrijke nadelen. Zo is een grotere omtrekvoeg (uitzettingsvoeg) nodig omdat het parket vrijer is om te ‘werken’. Hierdoor is het ook aangewezen om nooit meer dan 6m te overbruggen met deze methode. Tot slot kunnen scheuren en barsten ontstaan omdat de vrije beweging van het parket verhinderd wordt door meubilair die erop staat.
Zwevende plaatsing met clicksysteem of met clips
Een bekend systeem is het unilin clicksysteem dat voor veel parket gebruikt wordt. Het voordeel van dergelijke systemen is dat het parket steeds terug bij elkaar gebracht wordt na krimpen. Dit is omdat de parketdelen in elkaar haken. Dit laat toe dat het parket ook over bredere ruimtes kan geplaatst worden.
Bovenstaande uitleg is gebaseerd op eigen ervaring en op de werken WTCB - TV 218 Houten vloerbedekkingen : plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren en Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid – Houten vloerbedekkingen.
